WARM AANBEVOLEN >> Tweedaagse voor singles die opnieuw willen uitreiken!
20 februari 2024
WARM AANBEVOLEN! Samen met Kathleen Tobback organiseert collega Catherine een tweedaagse voor singles op 22 en 23 maart in Mechelen. Spread the word!
30 april 2024 Column Dagblad
Een gescheiden gezin met twee kinderen besloot om in een halfopen bebouwing te gaan wonen. Hij in het huis aan de ene kant, zij aan de andere kant, zodat de kinderen vrij konden in- en uitlopen. Een 'zachte' scheiding. Maar na vier jaar krijgt hij een nieuwe partner, en loopt zij vast. Rika schept klaarheid.
Column voor Het Nieuwsblad
Ze wonen in een gewone straat. Een wijk met jonge gezinnen. Man en vrouw. Twee kinderen, hond en tuintje, auto voor de deur. Halfopen bebouwingen, omdat open niet betaalbaar is. Met 'ze' bedoelt ze zichzelf, haar vroegere partner, hun twee kinderen. De hond. Ze bezetten samen twee van die huizen. Aan één kant met elkaar verbonden. Hij rechts, zij links, de tuin achteraan gedeeld. Het heeft jaren goed gewerkt. Blij met de manier waarop ze gescheiden waren: amicaal. Niet langer dezelfde voordeur, maar wel vrij om door diezelfde deuren bij elkaar binnen te gaan. Zoals de kinderen. Vrij in- en uitlopen, zonder nadenken.
'Thuis' is de grote cirkel die ze getrokken hebben rond die twee halfopen bebouwingen. Ze heeft het nooit begrepen, de oorlogen die uitgevochten worden. De ex als heks of duivel. Ook met die X heeft ze het moeilijk. Alsof je een definitief kruis zet over wat was. Terwijl er wel de kinderen zijn, die voor de helft die ander zijn. En de ander haten is uiteindelijk je kinderen mishandelen. Want moeten zij dan ook de helft die ze zijn, afwijzen? Natuurlijk riep het veel vragen op toen ze de aankoop deden, na de scheiding. De halfopen huizen naast elkaar. Het was om problemen vragen. Dan konden ze toch evengoed bij elkaar blijven? Het was toch verwarrend voor de kinderen? Ze bewijzen al vier jaar het tegendeel.
Maar nu loopt zij vast. Er is een nieuwe vriendin, bij hem. Gegund, maar toch moeilijk. Ze droomt de laatste tijd heftig. Over vroeger, toen er nog een echte wij was. Over wat niet werkte. De ruzies. De eenzaamheid. Het gevoel te falen. De schaamte. Ze loopt emotioneel rond, verdrietig. Dat ze waarschijnlijk jaloers is, zonder het toe te geven, zegt de zus die zelf verwikkeld zit in een scheidingsoorlog. En het dus een illusie is, dit gelukkig gescheiden zijn. Maar nee, ze is er zeker van, met jaloezie heeft het niets te maken. Of toch niet jaloers zoals haar zus het ziet. Ze wil de wij niet terug, nooit. Ze wil hem niet terug, nooit.
Ik onderbreek haar voor het eerst. Dat we soms al lang weten dat iets voorbij is maar dat dat daarom niet betekent dat we het ook zo voelen. Omdat we de pijn, het lijden dat scheiden is, uit de weg zijn gegaan. Omdat het zoveel betekenis heeft. Afscheid nemen van een droom, van iets waarin we onszelf zo gegeven hebben. Van een nest dat we bouwden. Ik zie tranen komen. “Het blijft toch een gigantisch falen”, zegt ze. Een mislukking. Ze had het zichzelf altijd voorgenomen. Dat nooit. Mijn kinderen nooit. Waarop ik aanknoop. Dat scheiden over verlies gaat, niet over falen of schuld. En dat dat laatste bij haar nog altijd leeft als overtuiging, het heersende narratief, en dat ze net daardoor ook het verlies niet toelaat. Terwijl rouwen om wat was voor ruimte zorgt, ruimte voor nieuw leven. En dat het gevoel gefaald te hebben gaat over schaamte die een nieuw leven in de weg staat. Omdat je je niet liefdeswaardig voelt, niet liefdescompetent. Een scheiding is weggaan, maar ook iets tegemoet treden. Halfopen kan open zijn. Anders verbonden aan een kant, vanuit andere verwachtingen. Waardoor er aan de andere kant ruimte is voor dat nieuwe leven.
“Het is dus goed, dat verdriet”, zegt ze. Wat ik beaam. En het is ook goed om dat te delen. Het waarom, met de kinderen, met wie haar nabij is. Waarop ze ineens begint over de tuin. Ze wil nu toch een grens, een haag. En de voordeur? Alleen nog vrij toegankelijk voor de kinderen. Het lijkt mij een mooie manier om dat anders verbonden zijn vorm te geven, besluit ik.